De verstoten vrouw van Aschbroeken

Een gewonde engel onder een stapel takken.
Gevonden op de grens waar het grauw overgaat in zwart,
laat ze een blauwdruk achter, een frons in de grond.
Een huidloze brief van spijt en extase.
Op afstand kijkt zij toe vanuit de coulissen.

Luister naar de toebedekte plechtigheid van
het lichaam, het mysterie van de maagd.
Weet dat de afgunst onderhuids schemert;
bedreven handen van verrukking en berouw.

Bepaalde stemmingen horen bij bepaalde plaatsen,
ga terug naar het zonderlinge zoals je dat hebt gekend.

Ik wroet met mijn vingers in de aarde
en voel dat bruin de kleur van de liefde is.


© Luuk van Zutphen