Brieven gevonden naast een brandend huis Zes Brieven gevonden naast een brandend huis

Verdwenen huis

Af en toe ontmoet je een huis
dat je als een oude vriend begroet,
alsof iemand tegen je praat in
dronkenschap of dromen.

Troost de gesloten bomen en
verwijder de kou uit het begin van
de eeuw. Schraap het stof af van de
roerige jaren. En net als je denkt:
ik ga weer, begint het te vertellen.

De geschiedenis hervertelt zichzelf.

Hoe meer het huis wilde zeggen,
hoe minder stenen het overhield.

 

Verdriet heeft geen naam

Verdriet heeft geen naam, wel een kleur,
een geur en soms een gezicht.
De ogen van een oude liefde, bijvoorbeeld
(vroeger had ik daar nog woorden voor).

Alles blijft voor eeuwig,
behalve de dingen die vanzelf voorbijgaan
Het fundament in het gras
Het portret met de vijf kinderen
Het tikken van de klok.

Open de deur en wankel de morgen in.

En als zij dan weer over de herfst zingt,
is het net of er niets gebeurd is.

 

Altijd augustus

In een slapend huis klinken alle geluiden zachter.
Vooral op die dagen dat je de tijd niet vertrouwd,
dat het donkerder wordt dan je verwacht.
Later dan je biologische klok aankan.

Dagen met de gordijnen dicht. Schaduwdagen.
Vreemdelingen in een wereldstad,
de klok tikt buiten zijn tijd.
Loop niet weg in stilte van deze plek,
leeg en kalm als een begraafplaats.

(Het water spoelt, de steen slijpt, het uur waakt.)

De maan zet avondbreed in en
de wolken wachten op de nacht.

 

Roep de herfst

Ik roep de herfst en sluit de ramen.
Het regende hevig. Even maar. Door de geur
van natgeregend gras liep ik in stilstand naar het huis.
(Niets dat achterblijft behalve de herinnering.)

Tekens van ouderdom: ga mijn jeugd archiveren.
Dus vel ik een boom, schrijf het boek,
bouw een huis, elke dag opnieuw.
Kijk naar de dingen die overblijven en
luister naar het vallen van de bladeren.

Tijd voor de dichter om weg te gaan.

Laat de vragen maar aan de dag,
de nacht geeft toch geen antwoord.

 

Half woord genoeg

Trouw als de hond die slaapt: de deken van
het heden die over het verleden valt. Nu de resten
geborgen zijn, de eerste steen geslagen is.
De stoel herrijst uit zijn as van het niets.

Nu de tijd zijn plek in het universum hervindt,
gaan we gewoon weer verder in de waan van alledag.
Woorden zijn huizen, maar de huizen zijn leeg.
Ik kleed de taal uit met mijn woorden.
Open de deur naar een voltooid vergeten tijd.

Alles vinden om te verliezen.

Droom mijn laatstgedroomde droom.
Soms heb ik aan een

d.c. al fine

 

Deze dag (volgend jaar)

Dit is misschien wel het mooiste moment,
zo vlak voor het vertrek.
Ik loop nog eenmaal door het huis
en vraag me af wie hier kon wonen.

Zie foto's aan de muur, tekens aan de wand.
Ondertussen schrijf ik bladzijden vol,
verdwijnen mensen voor mijn ogen,
maak salto mortales aan het eind van het jaar.
Leg minutieus het stille schreeuwen van de nacht vast.

De schroom die je voelt bij het openmaken van een brief.

In de wetenschap dat alles en iedereen ouder wordt,
zal ik voortaan elke dag om de ander laten draaien.