Landschap
Er waait een wind door mijn landschap, de eenkennige tijd
toen ik nog geen naam had, nauwelijks praten kon en mijn hart
nog verstond.Toen ik onder mijn vaders' jas kon schuilen,
zodat niemand mij zou zien. Een probleem was figuratief,
het maanlicht voor de slapelozen. Een gebed een handvol waarheid.Maar een bos werd een boom, een berg een hoop zand.
Mijn zee bleek een sloot, een antwoord een vraag.Er was nog zoveel dat ik nog niet weten kon.